donderdag 29 juli 2010

Camera's en privacy

Meer en meer camera's duiken op in het straatbeeld. En daar heeft iedereen een mening over. De officiële motivering voor het plaatsen ervan (door de overheid) is veiligheid en de strijd tegen terrorisme. Het grootste bezwaar ertegen is dat ons (mensen)recht op privacy in gevaar is. En er is de veronderstelling, volgens mij niet onterecht, dat de Staatsveiligheid er wel brood in ziet.

Vandaag zag ik op Facebook (waarvan mijn volgers weten dat ik er fan van ben) een post van de Liga voor Mensenrechten. Er is een foto te zien van een campagnetent met ervoor een activist.
Onderschrift van de foto: "5 van de 10 dagen stond de Liga met haar Win-uw-Privacy-spel op de Gentse Feesten. Dit onder het alziende oog van één van de 25 extra bewakingscamera's die de feestvierder 24 op 24 in het oog hielden. "Iedereen is identificeerbaar"... met een gezichtsherkenning van op 1 km afstand. Verschillende feestgangers deelden onze bezorgdheid: onze privacy wordt meer en meer aangetast door maatregelen die de overheid treft in naam van veiligheid en terrorismebestrijding."
Een reactie: "Probleem is dat de Belgische regering geen andere keuze heeft. Deze wetten worden supranationaal opgelegd (i.c. EU) of eenzijdig opgelegd door een land dat vreest voor zijn eigen nationale veiligheid (i.c. USA of UK). Indien België deze aanbevelingen niet omzet in wetgevingen heeft dit een invloed op onze economie. én dat wordt ook zo duidelijk gemaakt aan de regering. Het is natuurlijk geen argument, maar het toont wel aan hoe smerig het spelleke gespeeld wordt..."

Ik heb daar zelf enkele bedenkingen bij. Ik begrijp de bezorgdheid, maar zelf ben ik van het principe: als ik iets wil doen dat het daglicht niet mag zien, doe ik het niet op straat, in een metrostation of een openbaar gebouw. Tot nader order staan de camera's niet in privé-woonsten en ik denk ook niet dat die daar ooit gaan komen. Over bewakingscamera's in en aan handelszaken wil ik duidelijk zijn: daar zijn al meer misdaden mee opgelost en voorkomen dan dat er onschuldige mensen last van gehad hebben. Verder: mensen en geheime diensten mogen weten waar ik ben, wanneer en met wie. Ook als het gaat om deelname aan potentieel subversieve activiteiten, om het met hun woordenschat te formuleren. Ik heb er geen probleem mee om op bepaalde momenten met mijn overtuiging naar buiten te komen, en zolang ik niets doe wat een wet overtreedt, voel ik mij voldoende beschermd door de rechtsstaat.
Ik vind het een goeie zaak dat er mensen en organisaties zijn die waken over mijn recht op privacy, maar persoonlijk (ik kan alleen voor mezelf spreken) voel ik me daarin niet bedreigd door die camera's. Wat mij meer zorgen baart is wat er gebeurt met gegevens die op het internet komen (vaak door mijn eigen toedoen) en waarvan het niet duidelijk is wie er toegang toe heeft en waarvoor zij ze eventueel gebruiken.

Tot daar mijn inhoudelijk commentaar. Maar er is nog iets anders waar ik mee zit. Ik droeg tot nu toe de Liga voor Mensenrechten een warm hart toe. Ik begin nu één en ander in vraag te stellen. Ik ga volledig met hen mee in hun punt dat we bij bij elke maatschappelijke ontwikkeling en bij elke reactie van de overheid daarop waakzaam moeten blijven. En zoals ik al zei: ik ben blij dat er een organisatie bestaat die mij daarin wil bijstaan en uitwassen aankaart, als het moet ook voor een rechtbank. Wat mij meer zorgen baart is de hele sfeer en toonaard van deze campagne en de communicatie errond op Facebook, bovenop het feit dat ik de camera's geen geweldig probleem vind.

1. De overheid wordt hier voorgesteld als een monolithisch blok dat in hoofdzaak negatieve bedoelingen heeft met de achteloze, goedgelovige burger en de positieve bedoelingen enkel als alibi gebruikt daarvoor.
2. Er worden complottheorieën gesuggereerd
3. Het punt wordt in slogantaal gemaakt, ik mis een argumentering waarin het plaatsen en gebruiken van bewakingscamera's in de publieke ruimte tegen het licht wordt gehouden van juridische punten en passages uit de Universele verklaring van de Rechten van de Mens.

En daar wringt voor mij het schoentje. Waar ik deze organisatie tot nu toe altijd heb geassocieerd met een groep middenveldorganisaties met een sterke ethiek en genuanceerdheid, is er nu sprake van een soort anti-autoritair populisme dat ik tot vandaag associeerde met rechts-extreme brulboeien. En dat verontrust mij. Wie waakt er over de waakhond, alstublieft?

zaterdag 10 juli 2010

Ik wil een lans breken voor Facebook. En tegelijk aan de jongere generatie duidelijk maken waarom zo veel dertigers en veertigers Facebook gebruiken.
Ik heb een rijk gevulde jeugd gehad en was altijd nogal sociaal. Gevolg: héél veel mensen leren kennen, veel mensen waar ik veel sympathie voor had: op de sportclub, op middelbare en hogeschool, op het werk... Maar ik heb van veel van die mensen moeten afscheid nemen zonder
gsm-nummer of e-mailadres, om de simpele reden dat die toen nog niet bestonden.
Facbook heeft mij de kans gegeven om veel van die mensen weer op het spoor te komen. En in enkele gevallen hebben de draad van onze vriendschap onmiddellijk weer kunnen oppikken. Dat heeft al geleid tot leuke reünies, vrolijke chatsessies en in één geval ook tot een heel intense uiting van vriendschap in een heel stressvolle crisissituatie.
En om enkele criticasters van socialenetwerksites tegen te spreken: mijn sociale leven is er niet minder of synthetischer op geworden, maar net heel organisch en rijker.

woensdag 7 juli 2010

De kogel is door de kerk. Ik ben aan een blog begonnen. Eindelijk. Al jaren zeg en denk ik dat ik wel kan schrijven en dat ik daar wat mee moet doen. Maar voor een roman ontbreekt het mij aan het vermogen om een verhaal te construeren. Voor regelmatige productie ontbreekt het mij aan zelfdiscipline. En voor een column ben ik niet bekend genoeg. Een blog lijkt mij de ideale vrijheid te bieden: een gevoel van alles kan en mag en niets moet. En omdat een plan maar iets waard is wanneer het uitgevoerd is: bij deze.
Wat kan de lezer verwachten? Ik heb geen vastomlijnd idee van wat ik allemaal ga schrijven. Maar mezelf kennende zal het een bonte verzameling zijn van mijmeringen, observaties, filosofische overpeinzingen, schreeuwen van frustratie, zoete dagdromen en odes aan mensen die mij dierbaar zijn.

Tot zover de algemene berichtgeving. En mijn eigen gebrek aan regelmaat kennende: misschien tot straks, misschien tot over een hele tijd.